-
1 het rechterbeen voorzetten
het rechterbeen voorzetten -
2 recht
recht11 rechts, rechter-2 goede, boven- 〈 van stoffen〉♦voorbeelden:————————recht2♦voorbeelden:gehe ich recht in der Annahme, dass …? • is het juist om te veronderstellen dat …?〈 informeel〉 du bist mir der Rechte! • je bent me d'r eentje!da bist du an den Rechten geraten! • daar ben je aan het juiste adres!nach dem Rechten sehen • kijken of alles in orde isalles, was recht ist, aber … • alles goed en wel, maar …das ist recht und billig • dat is alleszins redelijk〈 spreekwoord〉 was dem einen recht ist, ist dem andern billig • ±igelijke monniken, gelijke kappen/imir ist alles recht • ik vind het allemaal best————————recht3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
3 voorzetten
1 [voor iets, iemand zetten] mettre (devant)2 [voor laten lopen; vooruitzetten] avancer♦voorbeelden:1 iemand iets voorzetten • servir qc. à qn.de luiken voorzetten • fermer les voletshet rechterbeen voorzetten • avancer la jambe droite1 [sport en spel] centrer (le ballon) -
4 das rechte Bein
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский